Historie

Toneelvereniging Nieuw Leven uit Huppel-Henxel is opgericht op 19 oktober 1945. In de oude school in Huppel werd onder leiding van dhr. P.A. van Wijnen (toenmalig hoofd van de school) een oprichtingsvergadering gehouden met 42 aanwezige heren en dames, van wie er op dit moment nog steeds drie lid zijn van de vereniging. Eén van hen, Willem Meerdink (geboren 21-08-1926), schreef over het begin van Nieuw Leven het volgende:

“Na de Tweede Wereldoorlog (voorjaar 1945) kwamen er vragen over belangstelling voor een toneelvereniging in de buurtschap. Begin oktober 1945 vroeg de oudercommissie van de toenmalige School G op ’t Waliën aan de jongelui uit Huppel-Henxel om een bespreking te gaan houden, om te kunnen komen tot de oprichting van een toneelvereniging. Een lid van die commissie, oud-inwoner van het Woold, riep toen: “Wat in het Woold kan, kan hier toch ook!” De tijdelijke hoofdonderwijzer van de school stuurde aan alle jongeren, oud-leerlingen van de school, een uitnodiging voor een bijeenkomst op 19 oktober in de oude school om 20.00 uur. Deze oude school stond tegenover de nieuwe School G en werd voor en in de oorlog gebruikt voor zondagsschool, kerstfeest, Sint-Nicolaasfeest, vergaderingen, enz. Aan het eind van de oorlog hadden de vijandelijke soldaten er ook gebruik van gemaakt en je mag wel zeggen, ze hadden er een flinke troep van gemaakt. In die troep moesten wij toen vergaderen, maar wat nog erger was, er was geen licht en geen verwarming. Meester Van Wijnen kwam die middag om half vijf bij me vragen hoe we aan verlichting moesten komen. Ja dat was me wat, daar had niemand over nagedacht. Ik kwam toen op het idee om naar buurman Te Brummelstroete te gaan om te vragen of die een looplamp had, en dat viel mee, die had hij. Het snoer ging vanuit de schoppe onder de dakpannen door naar de school en we hadden licht. Niet zoveel als tegenwoordig, maar het ging voor ons toen toch goed. Onder leiding van meester Van Wijnen werd die avond besloten om, net als in het Woold, een toneelvereniging in de buurtschap op te richten. Dat gaf nieuw leven in de buurtschappen Huppel, Henxel en aangrenzend Dorpbuurt. Vandaar dat besloten werd om de vereniging ‘Nieuw Leven’ te gaan noemen. Toen werden een aantal mannen wakker en stelden voor om van die oude school een verenigingsgebouw te maken. Zij kwamen tot een akkoord met de gemeente en mochten de school gaan verbouwen. Een commissie van zes ging aan de gang, puin was er in het dorp genoeg te krijgen en de jongens van Nieuw Leven waren bereid om de stenen af te bikken. Aannemer Te Brummelstroete uit Huppel (‘Kempers Gerhard’), Johan Damkot (Henxel) en Albert Mentink deden het metsel- en timmerwerk. Aan het ene einde van de school werd een verhoging ingebouwd, dit was voor toneel en eventuele sprekers. De middenmuur ging er uit, zo werd het een leuke zaal, geschikt voor allerlei activiteiten.Voor toneel moesten er coulissen komen. We kregen van Gribbrooks Gerriet een vijf centimeter dikke dennen plank en Meerdink Jan (mijn vader) zaagde die aan latten. Daar konden wij, de jongens van het bestuur, het raamwerk van maken. Daar werden dan zachtboord platen opgespijkerd waar dan behangpapier op geplakt werd en klaar was het. Dit werk deden we bij ons in de schoppe en toen hebben we daar zo tussendoor afgesproken dat wij ons hele leven lid van Toneelvereniging Nieuw Leven zouden blijven. Vandaar dat we er, nu na zestig jaar, nog steeds zijn!” 

Voor het 50-jarig jubileum van Nieuw Leven in 1995 schreef Willem Meerdink het volgende gedicht:

“De Oudercommissie stelde het voor, een toneelvereniging moest er komen. Wij jongeren gaven hieraan gehoor, en hebben toen het besluit genomen. Dan, toen het 19 oktober 1945 was, is in de olde schole ‘Nieuw Leven’ geboren. Nu na 50 jaar beseffen wij pas, dat haar een lang leven is beschoren. Oud en jong, samen één, met leden van zeventig, en leden van nog maar één, op naar de vijf en zeventig.”

Er werd dus in deze beginfase geoefend in verenigingsgebouw ’t Waliën en de optredens vonden plaats in De Harmonie, ’t Lappenschaar en bij De Knuver. Vanaf 1970 speelt Nieuw Leven haar ‘grote stukken’ in Theater De Storm (voorheen het Cultureel Centrum). Het allereerste stukje werd opgevoerd tijdens het Sint-Nicolaasfeest bij ’t Lappenschaar en het eerste grote stuk ‘Tante Erna’s laatste wil’ op 25 en 28 april 1946 in het verenigingsgebouw en later nog eens op 26 mei 1946 bij De Harmonie in Winterswijk. Over dit stuk stond in de krant:

“Alle begin is moeilijk. Dit als excuus aanhoudende kan de toneelvereniging ‘Nieuw Leven’ uit Huppel-Henxel die zondag voor een bijna uitverkochte Harmoniezaal in het openbaar debuteerde met het 3 bedrijvig blijspel ‘Tante Erna’s laatste wil’ met tevredenheid op haar eerste uitvoering terugzien. … Niettemin zal Nieuw Leven nog heel wat moeten leren, want hoewel de meeste medespelenden reeds over een zekere mate van vrijheid op de planken beschikken was het ongedwongene, het los komen van de planken, nog veelal zoek. Maar dat is iets wat pas met de jaren komt.” 

Een aantal jaren later gaat het volgens de krant al een stuk beter. Naar aanleiding van ‘Mijn dochter kiest een man’ (1951) wordt er geschreven:

“De toneelvereniging ‘Nieuw Leven’ te Huppel-Henxel schijnt op de goede weg te zijn. Vergeleken met de uitvoeringen van enkele seizoenen geleden is er een aanmerkelijke verbetering te bespeuren.” 

Daarna ging het steeds verder vooruit en kregen we koppen als:

“Actueel toneelstuk uitstekend vertolkt” (‘Morgen schient de zunne’ – 1958), “Nieuw Leven excelleerde in spel” (‘Zand of Klei’ – 1974), “Nieuw Leven bracht bruisend toneel in het Cultureel Centrum” (‘Explosie in de Daberklamm’ – 1980), “Doorslaand succes voor Nieuw Leven” (‘Ho Bertus an ziene trekken kump’ – 1991), “Olympisch goud voor Nieuw Leven” (‘Het duo Jo en Jet’ – 1992), “Nieuw Leven koploper in het amateurtoneel” (‘Zeg, kan ik je man even lenen?’ – 1993), “Klassewerk bij toneeluitvoering van Nieuw Leven” (‘De boer is weg’ – 1996) en “Nieuw Leven brengt sprankelende Anne Frank” (‘Het dagboek van Anne Frank’ – 2006).

Nog steeds worden de stukken met veel succes opgevoerd. De kracht van Nieuw Leven is de grote verbondenheid van de leden. Niet alleen de spelers op de planken, maar zeer zeker ook de mensen achter de schermen (decorbouw, grime en kapwerk), bepalen samen het gezicht van deze stralende vereniging!

Scroll naar boven